Vanwaar deze titel?
Iedereen krijgt tijdens het leven oefeningen in verlies. Afscheid. Loslaten.
Plus de daarbij behorende emoties. Verlangens. Gevoelens. Intenties.
Je neemt afscheid van levensfases en de daarbij behorende mensen.
Generaties komen en gaan.
Ik geloof daarom echt dat we elkaar erg nodig hebben in dit leven.
Om van elkaar te leren.
Om elkaar te bemoedigen, troosten, inspireren, tot steun te zijn.
Met woorden of gebaren elkaar perspectief geven.
Maar hoe goed intenties ook kunnen zijn…
Ze kunnen soms meer kapot maken dan je bemoedigen.
‘Als je het eerste jaar maar eens gehad hebt..’ – Niemand vertelt erbij dat het gemis soms na dat eerste jaar alleen maar erger kan worden. Omdat er dingen in je leven gebeuren waarbij jij je moeder zo graag bij je had willen hebben. Op het moment van je miskraam. Op het moment dat er na die miskraam misschien wel een kindje levend geboren wordt. Op het moment dat je verhuist en zij niet die muur kan behangen. Omdat er maar weinig mensen zijn die na dat eerste jaar nog naar haar vragen, omdat ze ervan uitgaan dat je na dat jaar haar verlies toch wel eens verwerkt zult hebben?
Na een miskraam: ‘probeer maar snel weer zwanger te worden’. – Hoe goed bedoeld ook. Maar eigenlijk wordt er gezegd dat je zo snel als mogelijk door moet gaan met je leven en er vooral niet te lang bij stil moet staan.
Soms zijn er momenten in je leven waardoor je nog niet kunt rouwen.
Of je hebt het (nog) niet geleerd.
Ik kom het vaak tegen. De generatie boven mij en die daarboven heeft vaak het motto:
‘niet klagen maar dragen en bidden om kracht’.
Gisteravond nog; ik had een cliënt aan de telefoon om te overleggen hoelaat ik zou komen om haar medicijnen toe te dienen. Haar man is afgelopen zomer overleden. Ze klonk somber aan de telefoon.
Een uur later kwam ik bij haar. Ze zat bij de kachel. Het haardvuur knapperde op de achtergrond en haar wangen waren rood van de warmte. Ik hurkte bij haar neer. ‘U klonk wat somber aan de telefoon…’ ‘Ja, meissie, ik vind er niks aan. ’t Is zo snel donker en ik goa d’r wat minder op uut.
Mar hoe is ’t met oe dan, zegt ze, terwijl ze mij over m’n wang aait, ie hebt een wat ielig bekkie’.
Wanneer ik doorvraag opent ze haar hart en geeft ze een inkijk in wat haar rouw zo rauw maakt.
Ze grenst dit ook af en zegt wanneer het genoeg is.
Maar… is rouw klagen?
Nee, echt niet!
Rouw vraagt aandacht. Rouw vraagt durf. Rouw vraagt een liefdevolle bedding.
Om net als de winter nu van ons vraagt; naar binnen te keren en wanneer de tijd daar is, weer naar buiten te keren.
Durf jij het toe te laten?